Beleggen in grondstoffen is de afgelopen jaren populair geweest onder beleggers. De reden hiervoor is dat de prijzen van veel grondstoffen in dezelfde periode hard de lucht in zijn gegaan. Hoewel de prijsstijgingen soms best lang kunnen aanhouden, kun je als belegger de klok erop gelijk zetten dat aan de bullmarkt ook weer een einde komt. Grondstofprijzen hebben namelijk te maken met cycliciteit. In dit artikel leggen we uit hoe cycliciteit werkt, waarom grondstofprijzen hierdoor sterk kunnen verschillen, en waarom er rekening gehouden dient te worden met het verschil tussen een cyclus en een trend.
Hoe werkt cycliciteit in grondstoffen?
Wanneer je belegt in grondstoffen dan dien je rekening de houden met cycliciteit. Of je nou in olie, mais, koper of een andere grondstof belegt, je zult zien dat de grafieken over een lange periode vergelijkbare pieken en dalen vertonen. Grondstoffencycli zijn lastig te voorspellen en verschillen in duur en omvang. We kunnen de cyclus van grondstoffen opdelen in 5 fases.
1. Stijgende vraag
De prijzen van grondstoffen zijn nauw verbonden aan de economie. Tijden van hoogconjunctuur tekenen zich over het algemeen met oplopende vraag naar grondstoffen. Door de toegenomen vraag lopen voorraden terug. Wanneer de vraag voor een langere termijn hoger is dan het aanbod dan stijgen de grondstofprijzen.
2. Opschalen capaciteit
Wanneer grondstofprijzen stijgen wordt het voor producenten van de specifieke grondstof interessant om er meer van te produceren. De stijgende prijzen en hierdoor oplopende marges maken het voor producenten interessant om de capaciteit op te schalen. Dit leidt tot investeringen die op zijn beurt weer stimulerend werken voor de economie.
Doordat er tijdens deze fase sprake is van een hogere vraag dan aanbod, zorgt het ervoor dat de productiecapaciteit in rap tempo wordt opgeschaald om aan de toenemende vraag te voldoen. Ook bronnen die eerder te duur waren om de grondstof te winnen worden ineens rendabel. Deze bronnen kunnen tijdens deze fase dus ook in gebruik worden genomen.
3. Stijgend aanbod
Door de investeringen in de tweede fase komt er meer aanbod van de grondstof beschikbaar. Zo raken vraag en aanbod weer meer in balans. De hoge grondstofprijs moedigt bovendien goedkopere substitutiegrondstoffen (vervangers) aan. Momenteel zien we ondanks de energietransitie bijvoorbeeld de vraag naar het meer vervuilende steenkool weer oplopen, doordat de gasprijs door onder andere de oorlog in Oekraïne erg hard steeg.
De vergrote productiecapaciteit en toenemende vraag naar goedkopere substituten zorgt voor een nieuw evenwicht in vraag en aanbod. Hierdoor komt er een einde aan een periode van prijsstijgingen.
4. Dalende prijzen
Een periode van laagconjunctuur kan ervoor zorgen dat de vraag naar grondstoffen afneemt. Doordat de capaciteit is opgeschaald blijft het aanbod echter gelijk. Het aanbod is nu plots groter dan de vraag. Dit leidt vervolgens tot een prijsdaling en teruglopende marges voor producenten.
5. Afschalen capaciteit
De dalende prijs zorgt ervoor dat de productiecapaciteit weer dient te worden afgeschaald om niet met grote voorraden te blijven zitten. Teruglopende marges zorgen er bovendien voor dat bepaalde bronnen op een gegeven moment niet meer rendabel zijn. Het afschalen van de capaciteit zorgt ervoor dat vraag en aanbod op een gegeven moment weer meer in evenwicht komen.
Dit zal uiteindelijk leiden tot prijsstabilisatie, waardoor de cyclus ten einde komt. Dit vormt een nieuwe basis voor een nieuwe cyclus die dezelfde stappen zal doorlopen.
Wat is het verschil tussen een cyclus en een trend?
Grondstoffencycli dienen niet te worden verward met trends. Grondstoffen zullen altijd te maken houden met cycliciteit. Hierdoor zullen de grafieken altijd pieken en dalen kennen. Toch kan het zijn dat er voor een periode van decennia of meer de vraag naar een bepaalde grondstof blijft oplopen. Er is dan sprake van een trend.
Er wordt tegenwoordig steeds vaker gesproken over de metalisering van de wereld. Voor iedere machine, apparaat of robot is namelijk metaal nodig. Hierdoor kan de vraag naar schaarse metalen zoals palladium, platina of zilver in de toekomst steeds verder toenemen. De prijs kan hierdoor steeds hoger komen te liggen. Of stel dat in de toekomst kernenergie weer een groot deel uit gaat maken van de energiemix, hierdoor kan de vraag naar uranium blijvend toenemen waardoor er sprake is van een trend. Hiertegenover staat dat de vraag naar olie op lange termijn waarschijnlijk zal gaan afnemen.
Trends kunnen zich ook voordoen in niet-schaarse grondstoffen. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar koffie. Klimaatverandering kan er voor zorgen dat de oogsten van koffieplanten in Brazilië en Vietnam in de toekomst steeds vaker mislukken. Een groeiende wereldbevolking kan er voor zorgen dat er steeds meer koffie gedronken wordt, waardoor de vraag blijft toenemen. Het tegenovergestelde kan ook waar zijn, de wereldbevolking gaat steeds minder koffie drinken. Dit zijn voorbeelden van mogelijke trends die de prijs van de grondstof op lange termijn kunnen beïnvloeden.