China is de 2e economie ter wereld en de groeivooruitzichten zien er gunstig uit. Beleggen in China was de afgelopen jaren dan ook erg populair onder westerse beleggers. Sinds eind 2020 gaan de aandelen echter massaal in de uitverkoop. De hoofdreden hiervoor is overheidsingrijpen van China in de markt. Verder spelen er ook nog andere thema’s. Economisch gaat het niet denderend in China en bovendien heeft het land te maken met nieuwe lockdowns.
Waarom dalen Chinese aandelen?
Chinese aandelen dalen, omdat de Chinese overheid sinds eind 2020 steeds vaker haar spierbalen laat zien. Zo werd er een beursgang van Ant Group afgeblazen, Jack Ma van Alibaba verdween enkele maanden van het toneel na uitspraken over de Chinese bankensector, Alibaba en Tencent werden op de vingers getikt voor het misbruiken van monopolyposities en er werd besloten dat online educatiebedrijven (edutech) geen winst meer mochten maken. De afgelopen maanden leek de Chinese Communistische partij zich even koest te houden, maar na aankondiging van een recordboete voor Tencent is de angst weer opgelaaid onder beleggers.
Beleggers houden niet van onzekerheid en daardoor gingen Chinese aandelen uit angst voor verdere regulering dan ook massaal van de hand. Deze angst is grotendeels terecht. De Chinese overheid heeft in de edutech sector namelijk laten zien dat ze een sector volledig kapot kunnen reguleren. Dit zou ook met andere sectoren kunnen gebeuren.
Waarom is beleggen in China anders dan in andere landen?
Beleggen in China is anders, omdat we te maken hebben met een ander systeem. Waar we in het westen gewend zijn aan het kapitalistisch systeem, waar individuele bezittingen in theorie tot in het oneindige kunnen groeien en waar we vooral gewend zijn voor onszelf te zorgen, is het belangrijk om te beseffen dan China van oudsher communistisch is. Kortom, alle bezittingen zijn publiek bezit en de in dit geval Chinese Communistisch partij (CCP) zorgt voor het volk. Sinds 1993 zien we hierin echter een verandering. Het beleid dat sindsdien gevoerd wordt kan gezien worden als socialistisch met kapitalistische karakteristieken. De Chinese Communistische partij (CCP) acht dit beleid nodig om tot absolute economische wereldleider uit te groeien en op de lange termijn voor het volk te kunnen zorgen.
Dit “verlichte communisme” houdt in dat bedrijven sindsdien de ruimte krijgen om te groeien en dat buitenlands kapitaal kan worden aangetrokken. Dit heeft de laatste decennia zijn vruchten afgeworpen en de economie is razendsnel gegroeid. Bedrijven zoals Huawei, Alibaba en Tencent zijn ontpopt tot technologiereuzen, waardoor we als Westerse consument regelmatig met producten van deze bedrijven in aanraking komen.
Met welke risico’s heb ik als belegger in China te maken?
Aangezien de vooruitzichten voor de Chinese economie veelbelovend zijn en China inmiddels is uitgegroeid tot de 2e wereldeconomie kan het interessant zijn om in China te beleggen. We dienen dan wel rekening te houden met de hoge risico’s die hieraan zijn verbonden.
Risico 1: Beleggen via ADR’s kan leiden tot verlies volledige inleg
Als particuliere belegger hebben we vrijwel geen directe toegang tot de Chinese beurs. Een manier om toch in Chinese aandelen te beleggen is via een ADR (American Depositary Receipt) in een Variable Interest Entity (VIE) Deze verhandelbare ADR’s zijn verhandelbaar als een gebruikelijk aandeel op de Amerikaanse beurs. Hoewel veel beleggers na aanschaf in de veronderstelling zijn dat ze Chinese aandelen hebben gekocht, is het belangrijk om de termen VIE en ADR nader uit te leggen. Je zult er dan achterkomen dat een ADR wel degelijk verschilt met een aandeel.
Wat is een Variable Interest Entity (VIE)?
Een Variable Interest Entity (VIE) is een soort holding zonder stemrechten. Een VIE heeft een overeenkomst met een bedrijf (in dit geval een in China beursgenoteerd bedrijf). Een VIE is meestal gevestigd in belastingparadijzen zoals de Kaaiman- of de Britse Maagdeneilanden. In de overeenkomst tussen de VIE en het Chinese beursgenoteerde bedrijf) staat dat de VIE recht heeft op een deel van de winst van het Chinese bedrijf. Omdat de VIE buiten China gevestigd is, is het voor de Chinese overheid niet mogelijk om de VIE te reguleren. Deze constructie biedt hierdoor een sluiproute voor Chinese bedrijven om gemakkelijk geld op te halen bij buitenlandse beleggers.
Wat zijn ADR’s?
Chinese bedrijven kunnen via een VIE kapitaal ophalen bij buitenlandse beleggers door American Depositary Receipts (ADR’s) uit te geven. Dit zijn een soort certificaten die recht geven op een deel van de winst van de VIE. Als maatstaf wordt de winstdeling van een ADR vaak gelijkgeschakeld aan een x aantal Chinese aandelen. De ADR’s zijn verhandelbaar via de Amerikaanse beurs. Door de eerder besproken overeenkomst maakt de VIE winst door de overeenkomst met het in China beursgenoteerde bedrijf. Door als westerse belegger een ADR te kopen kun je meedelen in de winstdeling van de VIE en indirect profiteren van de winst van een Chinees beursgenoteerd bedrijf.
Wat zijn de verschillen tussen ADR’s en aandelen?
Als belegger dien je je er bewust van te zijn dat er in principe sprake is van twee verschillende bedrijven. Het Chinese bedrijf en de VIE. Waar Chinese beleggers daadwerkelijk aandelen kunnen kopen in het Chinese bedrijf, koop je als westerse belegger slechts een certificaat in een VIE gevestigd op een andere plek. Hoewel zowel het aandeel als het certificaat de mogelijkheid geven om mee te delen in de winst van het Chinese bedrijf zijn er wel degelijk verschillen.
Chinese bezitters van de aandelen worden door de aanschaf aandeelhouder en vergaren hiermee een stukje eigendom in het Chinese bedrijf. Westerse beleggers kopen een certificaat die recht geeft op een deel van de winst van de VIE. Als certificaathouder vergaar je hierdoor geen eigendom in het Chinese bedrijf, dit leidt ertoe dat je als certificaathouder ook geen stemrecht hebt in het Chinese bedrijf.
Hoewel in de media altijd wordt gesproken van beleggen in Chinese aandelen, gaat deze vlieger voor de gemiddelde particuliere belegger dus eigenlijk niet op. Wanneer we er dieper op ingaan kopen we met een ADR eigenlijk een soort afgeleid product van een Chinees aandeel in een tweede bedrijf, waarbij het Chinese aandeel als de onderliggende waarde geldt.
Dit brengt wat ons betreft behoorlijke risico’s met zich mee. Naast dat je als belegger geen eigendom en stemrecht vergaart, koop je een certificaat in een VIE gevestigd in een ander land. Doordat de VIE op een andere plek dan China is gevestigd kan de VIE niet gereguleerd worden door de Chinese overheid.
In theorie kan de Chinese overheid de overeenkomst met tussen de VIE en het Chinese bedrijf echter wel illegaal verklaren. Indien de overeenkomst tussen de VIE en het Chinese bedrijf in China hierdoor niet meer rechtsgeldig is kan er geen winst meer worden uitgekeerd aan de VIE.
De VIE zal hierdoor geen winst meer maken, waardoor er ook geen winst meer uitgekeerd kan worden aan de certificaathouders. De certificaten worden hierdoor waardeloos, waardoor beleggers hun volledige inleg kwijt zullen zijn. Hier zijn Chinese aandeelhouders dus in het voordeel. Deze zullen niet geraakt worden aangezien ze niet deel hoeven te nemen in een dergelijke constructie.
Risico 2: Verdere regulering bedrijven
De Chinese Communistische partij heeft de afgelopen tijd laten zien wie de baas is in het land. Als bedrijven te groot en te machtig dreigen te worden, grijpt de partij in middels nieuwe wet- en regelgeving. Dit kan verschillende redenen hebben. Zo werd eind vorig jaar de beursgang van Ant Group tegengehouden om de Chinese financiële sector te beschermen.
Verder neemt de CCP ook vaak reguleringsmaatregelen ter bescherming van de Chinese burger. Zo diende Tencent onlangs verplicht gezichtsherkenning in te voeren om kinderen te beschermen tegen teveel gametijd en mocht de edutech sector plots geen winst meer maken. Dit laatste heeft te maken met de hoge leereisen die Chinese ouders aan hun kinderen stellen, waardoor deze naast school bedolven werden onder bijles.
Risico 3: China blijft een black box
Bij Pennywatch hebben we ons inmiddels een enorm aantal uren verdiept in China en de Chinese beurs. Waar we ons op de westerse beurzen als een vis in het water voelen, geldt dit ondanks de vele studie niet voor de Chinese beurs. Als westerse belegger is het simpelweg ontzettend lastig om de Chinese cultuur en bedrijven goed te begrijpen. Ten opzichte van Chinese beleggers kampen we met zowel een kennis- als een informatieachterstand. Hierdoor bestaat de kans dat we risico’s onjuist inschatten of bepaalde belangrijke ontwikkelingen niet goed zien aankomen. We dienen dit risico als belegger te accepteren.